- Participatie is geen verplicht invuloefeningetje aan het eind van een bouw- of renovatieproject, maar een mogelijkheid om samen met omwonenden en andere betrokkenen betere plannen te maken.
- Bovendien is participatie een goed wapen tegen polarisatie, zo legt politicoloog Kristof Jacobs uit, onder andere in het Dagblad van het Noorden. Zo blijkt uit onderzoek dat de boosheid bij inwoners wegebt, zodra ze het gevoel hebben dat mensen zoals zij betrokken waren bij het besluit.„Soms wordt gezegd dat mensen niet meer in staat zijn om met elkaar in gesprek te gaan omdat er te veel polarisatie is”, zegt Jacobs. „Maar het burgerberaad slaagt daar wel in, blijkt uit ons onderzoek. Mensen zijn naderhand heel tevreden: 90 procent voelt zich gehoord. Met de uitkomst is 94,5 procent van de mensen het eens. Ook al krijgen mensen niet wat ze eigenlijk wilden, steunen ze de uitkomst wel.”
- De Omgevingswet die in 2024 van kracht werd is niet zaligmakend. Het heeft er lang naar uitgezien dat de Omgevingswet (zie hier een uitleg ervan op de website bij de gemeente het Hogeland) een belangrijk middel zou worden om praktisch en concreet vorm te geven aan een grotere betrokkenheid van de burger bij omgevingsplannen. Helaas is daarvan weinig terechtgekomen. Aanvragers van vergunningen voor grotere projecten worden weliswaar aangespoord om burgerparticipatie te organiseren, maar hieraan wordt geen enkele eis gesteld of voorschriften aan verbonden. Een van de paradoxen van de nieuwe wet is bijvoorbeeld dat er veel nadruk ligt op het organiseren en documenteren van participatie, maar dat draagvlak geen voorwaarde is voor het al dan niet verlenen van toestemming of het al dan niet aanvaarden van bepaalde regels. Meer over deze ‘wassen neus’ op deze pagina van de website Gemeente.nu.
- Toch zullen we uit moeten gaan van deze Omgevingswet, die soms wel degelijk een vooruitgang betekent. Zo kan de gemeente een omgevingsvergunning weigeren op grond van artikel 5.32 als er naar het oordeel van die gemeente sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor er bij het toestaan van de gevraagde activiteit nadelen optreden voor de gezondheid. Deze bepaling is nieuw. In het verleden speelde menselijke gezondheid bij milieuvergunningen geen rol. Voorbeeld: de illegale geitenfok in Rottum.
- In deze Omgevingswet gaat het ook onder andere over het voorzorgsprincipe, bijvoorbeeld op het gebied van bestrijdingsmiddelen. Dit zorgt ze ervoor dat overheid, bedrijven en burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.
- Een algemene zorgplicht, een algemeen verbod en een specifieke zorgplicht maken deel uit van de Omgevingswet. Samen zorgen ze ervoor dat overheid, bedrijven en burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Op deze pagina meer over deze zorgplicht.
- Een goede handleiding voor participatieprocessen op gemeentelijk niveau is
‘Samenwerken in de samenleving
‘, geschreven door ‘wijkmanager’ Marc Jense.
- De Gemeente het Hogeland heeft de Omgevingsvisie ‘Roemte op het Hogeland’ gepubliceerd. Zoals de Gemeente schrijft: ‘Je leest erin hoe we jouw buurt willen verbeteren. En wat we juist willen beschermen en bewaren. We hebben de Omgevingsvisie gemaakt samen met inwoners, ondernemers en anderen die ermee te maken hebben.’ In deze Omgevingsvisie staan dus de richtlijnen van de gemeente hoe er naar de omgeving wordt gekeken en hoe er mee om wordt gegaan. Hoe dit leidt tot een andere werkwijze bij bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen staat op deze webpagina. Ook is er nog een Woonvisie.
- Er is ook een participatiehandboek gemaakt door de gemeente, die is hier te vinden. Dit handboek, getiteld Handboek Meedenken, Meepraten of Meemaken in het Hogeland is van 31 november 2021 en is een inhoudelijk naslagwerk dat bedoeld is voor de adviseurs van het gemeentelijk Team Communicatie. ‘Het laat zien wat je moet doen om te komen tot een goed participatietraject. Maar ook waarom, wanneer en met wie. De bedoeling is om participatie simpel, navolgbaar en logisch onderdeel te maken van onze dagelijkse werkzaamheden. Omdat de term participatie al gevoelig is voor interpretatieverschillen spreken we over Meedenken, Meepraten en Meemaken.’ Vanwaar dit document? ‘Meedenken, Meepraten of Meemaken beschrijft de manier waarop anderen actief bij onze initiatieven worden betrokken die past bij de mate van invloed die een ander heeft op ons initiatief en recht doet aan de positie van de ander ten opzichte van het initiatief. Het beschrijft ook hoe anderen ons betrekken bij hun initiatief. Het gaat over de verhouding van gemeente tot inwoners/omgeving.’
- Per 1 januari wordt de toets op de kwaliteit van de bouwtekening uitgevoerd door een privaat ingehuurde organisatie. Als je wilt gaan bouwen heb je dus twee vergunningen nodig. Dit heet de knip. Enerzijds de ruimtelijke omgevingsvergunning waarin wordt bepaald of je op een bepaald terrein mag bouwen. Anderzijds een bouwtechnische vergunning waarin wordt vastgesteld dat het bouwplan deugdelijk is. Ondanks het streven naar vereenvoudiging, zijn er nu twee vergunningen nodig. Twee keer leges. En daardoor ook meer onduidelijkheid.
- De splitsing in een ruimtelijke en een bouwtechnische beoordeling brengt met zich mee dat de toetsing aan allerlei andere zaken (natuurwaarden, bodem, water, trilling, geur, etc) er bij in zou schieten. Officieel zou de gemeente de initiatiefnemer erop moeten wijzen dat deze soms een natuurbeschermingsvergunning van de provincie of een lozingsvergunning van het waterschap nodig heeft. Maar of de gemeente de initiatiefnemer daar tijdig op wijst, is beslist een vraagteken.
- Een van de voorbeelden waar Grip zich door laat inspireren is Joop Hofman van de Rode Wouw. Vele jaren al werkt hij samen met gemeenten en andere organisaties om hen beter te laten samenwerken met bewoners en belanghebbenden. Voorbeelden daarvan zijn de herinrichting van het marktplein in Hengelo (een vorm van cocreatie), de gesprekken rond de energietransitieplannen in de wijk Zandweerd in Deventer en de Burgerbegroting van de stad Antwerpen.
- Een goed voorbeeld van een algemene participatieverordening is dat van het Landelijke Samenwerkingsverband Actieve Bewoners. Deze werd samengesteld dankzij de inbreng van diverse actieve bewoners en doorgewinterde participatie experts. De rode lijn hierbij is eenvoudig: ‘niets over ons, zonder ons”. Deze modelverordening helpt je ‘om een verordening die al voorligt eens tegen het licht te houden. Als je nog moet beginnen, kun je er op voortbouwen. Of als je het niet weet, gewoon eens rondsturen om een gesprek mee te starten. Je kunt de verordening hieronder in Word downloaden. De participatiecultuur en tradities zijn overal anders, dus deze is juist bedoeld om aan te sleutelen, te knippen en plakken.’
- Een van de moderne hulpmiddelen om participatie vorm te geven is het digitale tool Parolo. “Met een druk op de knop draai je een participatieverslag uit, in jouw eigen huisstijl. Daarmee kun je precies aantonen hoe je het participatieproces hebt geregeld en wat de bijdrage is geweest van de verschillende stakeholders (anoniem).”
Wat weten wij?


Douwe Staal
Meer grip voor burgers op Het Hogeland!
Wie waardeert niet Het Hogeland? De weidse horizon, de wierden al dan niet met kloeke kerken, de maren en de “eilanden in het groen”. De rijksmonumenten en beschermde dorpsgezichten. Maar dat beeld is wel continu aan verandering onderhevig en niet alleen ten goede. De tijd gumt het sluipender weg uit, het vervaagt. Intensieve landbouw zorgt voor nog grotere kavels met nog minder vogels en meer megastallen. Het dorpsbeeld van beschermde dorpsgezichten wordt opgeofferd aan projectontwikkelaars. Hoogspanningsmasten splijten het landschap.
De vraag is of continue verandering, ook zo gericht kan worden dat het het mooie en het goede versterkt kan worden. Kan de gemeente daar samen met zijn burgers invloed op uit oefenen? Ja dat kan.
De tijd dringt. De nieuwe omgevingswet, ingevoerd per 1 januari 2024 maakt het in ieder geval niet beter. Daarover heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid eind vorig jaar gesteld dat het een “laissez-faire” wet is, een wet dus waarbij het recht van de sterkste geldt. Gewoon op de oude voet doorgaan betekent dat het Hogelandster DNA verder wordt aangetast. En dat de burger verder vervreemd van zijn (politieke) omgeving.
De tijd is er ook rijp voor. Op alle mogelijke manieren stuiten we op de grenzen van een ongelimiteerde groei. Nog meer schaalvergroting, nog minder vogels. Nog meer groei, nog meer technocratische oplossingen, nog meer weerstand.
Politiek is kiezen. En de politiek is er juist voor de burgers, voor het versterken van de leefbaarheid en de omgevingskwaliteit. Burgers houden de democratie levendig. Laat burgers en politiek meer samen optrekken en wel zodanig dat burgers meer grip krijgen op hun omgeving.
Een paar concrete voorbeelden uit het recente verleden kunnen illustreren hoe het ook anders had gekund.
- Zorg in alle gebieden, bij veranderingen van de omgeving, rond monumenten, wierden, karakteristieke waterlopen en boerderijen dat je een plan maakt met burgers, dorpsbelangen, erfgoedinstellingen etc. In dat plan beschrijf je wat simpel gezegd behouden moet worden. En wat mogelijkerwijs veranderd of toegevoegd kan worden mits het de kwaliteit van het geheel, het DNA, vergroot. En maak dat plan voordat de ontwikkelaar aan de slag gaat. Met zo’n plan vooraf was er nu op het Boogplein in Winsum gebouwd, aan een beter plan.
- Geef bewoners het recht om een eigen plan te maken inclusief de middelen om dat te maken. Zowel bij een eigen plan of als reactie op een plan van een ontwikkelaar. Of geef ze een biedingsrecht bij de verkoop van gemeentelijk eigendom. Bijvoorbeeld een half jaar de tijd om een bod uit te brengen. Met zo’n recht had het gemeentehuis van Bedum niet verkocht hoeven te worden aan een ontwikkelaar.
- Zorg ervoor dat er altijd sprake is van wat zo mooi heet “meervoudige waarde-creatie”. Dat betekent zoveel dat ieder plan, verandering van omgeving, ook moet leiden tot meer biodiversiteit, betere leefbaarheid en dergelijke. De aanleg van een grootschalig industrieterrein, hoeft zo niet ten koste gaan van de leefbaarheid. Als je ervoor kiest zo’n terrein aan te leggen (Oostpolder) EN de woonfunctie (Oudeschip) wil handhaven moet je als gemeente ook in dialoog vooraf met bewoners vaststellen wat de grenswaarden zijn voor die leefbaarheid. En de bewoners daarvoor de instrumenten geven om daar grip op te houden.
- Kies voor je burgers als partij, als ze tegen een besluit van de gemeente in het geweer komen (bijvoorbeeld megastal Tinallinge). De gemeente is er voor alle burgers. Koester ook andere geluiden. Geef ze als regel het voordeel van de twijfel. Laat de rechter dat toetsen.
Bovenstaande voorbeelden laten zien dat het ook anders kan. Met minder nadruk op economie en meer op grip voor burgers. Simpel door ervoor te kiezen en het vast te legen in de omgevingsvisie, in het omgevingsplan of de participatieverordening. De tijd is er rijp voor. Het kan nu.
Douwe Staal, adviseur ruimtelijke ontwikkeling